De Filippijnen bestaat uit een groot aantal eilanden met talrijke taalvarianten. Er zijn minstens zoveel termen voor de Filippijnse krijgskunsten als dat er dialecten zijn.
De meest voorkomende zijn de Spaanse benamingen, afkomstig uit de tijd van de Spaanse overheersing. Zo zou de naam Eskrima van het woord 'skirmish' of van het Spaanse 'Esgrima' afkomstig zijn, hetgeen 'schermen' betekent. Arnis de mano (of afgekort Arnis) is ook verbasterd uit het Spaans en betekent 'bewapenen van de hand'. De naam Kali zou een samenvoeging zijn van meerdere woorden uit de oude Filippijnse taal. De term Kali wordt ook gebruikt als men het heeft over de oorspronkelijke zwaardkunst uit het Filippijnse rijk (van voor de Spaanse overheersing). Vanuit het Kali zouden alle Filippijnse krijgskunsten zijn ontstaan. Veelal duid Arnis op de meer noordwaardse stijlen en Kali op de meer zuidwaardse.
Verder heb je ook nog Silat waar vooral veegbewegingen belangrijk zijn en het Sikaran dat de nadruk legt op het trappen en open hand.